Die maandagochtend na het eerste voetbalweekend & de Edegemse jaarmarkt, zoals bij vele was het ook hier een pijnlijke! Nog redelijk moe en met zware benen uit bed gekropen, even terugdenken aan het geweldige weekend om dan de wekelijkse routine opnieuw in gang te zetten... De online krant even door scrollen en dan zie je daar "FC Belgica"; instant wakker!
Wat een geweldig artikel, wat een voldoening om te lezen dat de visie welke we als club uitdragen zo ontvangen wordt!
"De zin en onzin van een fair play-klassement bij de U9: impressie van een kersverse voetbalmoeder"
Antwerpen, Edegem - Deze week in het nieuws: Voetbal Vlaanderen start met een fair play-klassement. Een bericht dat een jaar geleden wellicht aan mijn aandacht ontsnapt zou zijn, maar sinds deze week is mijn zoon van acht ingeschreven bij een voetbalclub en ben ik gebombardeerd tot voetbalmoeder, die ook afgerekend kan worden op fair play. Een impressie van de eerste match.
Maaike Floor
Daar sta je dan ineens, aan de zijlijn van een voetbalveld. Als er iets was waarvan ik nooit verwacht had om het te worden – behalve voetballer – dan is het een voetbalmoeder. Maar sommige dingen overkomen je. Dus las ik het nieuws over het fair play-klassement deze week met extra belangstelling. Bij ploegen van voetballers van 7 tot 20 jaar komt er een rangschikking op basis van hun gedrag tegenover elkaar, de tegenstander en de scheidsrechter. De scheidsrechter zal die scores geven. Niet alleen de spelers, maar ook de supporters, coaches, afgevaardigden en de ouders hebben daar een aandeel in.
Daarom was ik me zaterdag extra bewust van mijn rol als ouder/supporter naast het veld van FC Belgica in Edegem. Na een proefles op woensdag waren Boris en zijn vriend Arthur namelijk zo enthousiast, dat niét inschrijven voor de U9 geen optie bleek. Ik vroeg me af of ze de spelregels wel kenden, maar in de visie van de club staat ‘de uitslag is niet belangrijk, wel de speelvreugde’ en dus mochten ze samen met de derde aanwinst Yasser de eerste wedstrijd van het seizoen meteen meespelen met ervaren rotten als Sebastián, Kylian, Jens, Lowie, Leon en Romelcio (‘Mellie’ voor de fans).
Geen geduw
Het veld bleek een hoekje te zijn van een gewoon voetbalveld, een elftal bleek uit vijf jongens te bestaan, een wedstrijd uit vier keer vijftien minuten en de scheidsrechter was een sympathieke gast van een jaar of veertien. Scoren bleek bovendien een stuk gemakkelijker dan bij een gemiddelde wedstrijd in de Champions League. In de eerste rust stond FC Belgica 3-5 achter, in de tweede rust was het al 5-5, in de derde rust stond FC Belgica met 7-6 nipt op voorsprong om uiteindelijk met 11-9 te winnen van de al even enthousiaste spelers van Bacwalde. Minstens twintig keer stonden er dus ouders te juichen en te applaudisseren langs de zijlijn. Ik juichte mee, maar wist zelf niet altijd of ik nu applaudisseerde voor de knappe dubbele save van keeper Jens of – uit sympathie – ook een beetje voor de mooie aanval van Bacwalde. En als ik het zelf al niet wist, hoe zou de scheids dat dan interpreteren? Mijn aanmoedigende kreten beperkten zich tot ‘komaan’, ‘goed bezig’ of ‘bijna’, maar de andere ouders bleken over een uitgebreider vocabulaire te beschikken. Zij riepen de jonge spelers tactische adviezen toe, wat de coach niet erg leek te vinden omdat de intentie sportief was en er nooit een scheldwoord viel. Na afloop van de wedstrijd schudden de jonge spelers elkaar de hand, high fiveden de voetballertjes langs de ouders van beide ploegen en was er chocomel en een hotdog in de kantine voor de derde, pardon, vijfde helft. Ik haalde opgelucht adem, geen geduw op het veld en geen vechtende ouders aan de kant, misschien is voetbal dan toch een sympathieke sport.
Competitiestrijd?
“Krijgen ze nu ook punten voor fair play?”, vroeg ik na afloop aan de coach. “Ik weet nog niet hoe dat werkt, als onze scheidsrechter daar staat te fluiten, is het vreemd als hij die punten moet geven”, antwoordde Luc. “Misschien zou het beter zijn als de twee coaches achteraf bepalen dat alles oké is als er geen incidenten zijn geweest.” Bij de U15 die tegelijkertijd op het andere veld speelde, was de scheidsrechter niet komen opdagen en was er ook iemand van de ploeg ingevallen als ref. Zelfde probleem dus. Bij een koffie bespraken de kersverse voetbalouders na of ze het nodig vinden, die fair playranking. Tot de U15 is er geen klassement, dus zou er door de fair play-punten juist een competitiestrijd in het leven worden geroepen, want wie wil er nu niet de tofste ploeg zijn? En als de fair play-competitie het leed moet verzachten voor de ploeg die amper wedstrijden heeft gewonnen, kweken we dan geen generatie die het gewend is om altijd wel een of andere beker in de wacht te slepen? Verliezen is geen ramp, ook dat hoort bij het leven.
Hallucinant
Het lijkt niet meer dan normaal dat fair play de norm is op een voetbalveld en naast de zijlijn. Zoals de verkeersregels de norm zijn op de openbare weg en wie galant iemand voorlaat, ook niet per se een lintje krijgt. Het feit dat er vorig seizoen 6.801 gevallen van agressie werden gemeld op en naast de voetbalterreinen, is in dat opzicht hallucinant. Gelukkig was ik daar zelf op die eerste wedstrijd als voetbalmoeder geen getuige van, integendeel. Coach Luc vertrouwde me na afloop toe dat hij een gelijkspel ook een terechte uitkomst had gevonden voor het vriendschappelijke duel met Bacwalde. Qua fair play een bekentenis die kan tellen.